
L3Q ontwerpt veilige, comfortabele en vooral tijdsbestendige laboratoria. Een effectief werkend lab dus. Dat realiseren we door vooral goed te luisteren naar de lab-gebruikers en door de ideale flow in het lab-gebouw en de afdeling te begrijpen.
Veiligheid voorop
Veiligheid in het lab wordt op
twee manieren gegarandeerd. Vanzelfsprekend zijn de nationale en
Europese regelgeving, EN-normeringen en risicoanalyses van de Al18
leidend in het lab-ontwerp. Daarnaast betrekken we veiligheidskundigen
en BVF’ers van het instituut bij alle ontwerpfases. Hier leest u meer over de 3 ontwerpfases.

Comfort op alle vlakken
Comfort is van ongekend
belang in een effectief laboratorium. Daarom maximaliseren we (dag)licht
en minimaliseren we tocht en geluid. Met onze uitgebreide kennis over
luchttechniek ontwikkelen samen met de gebouwinstallatie-adviseur een
prettig luchtconcept. Daarbij zorgen we ervoor dat ruimteluchtbeweging
door de toevoerlucht minimaliseert en dat het luchtconcept voldoet aan
de regelgeving en normeringseisen aangaande de zuurkasten en andere
luchtgebruikers. Daarnaast houden we rekening met goede
nagalmmaatregelen. Dat is met name van belang in ML-II omgevingen waar
harde en inerte materialen vaak leiden tot vervelende akoestiek.
De tand des tijds
Goede
samenwerking met andere ontwerpende partijen en een ontwerp dat compatibel
is met de bouwkundige en installatie structuur maken dat wij een tijdsbestendig en
flexibel lab ontwerpen.

Licht, zicht en zones
Om enerzijds de licht- en
zichtlijnen helder te houden en anderzijds de richtlijnen van de Al18 te
waarborgen, raden we aan om de lab-modules in een 360-raster in te
delen en de meubel- en apparatenstroken zoveel mogelijk haaks op de
gevel te plaatsen.
Een effectief lab is daarnaast modulair opgezet en kent doorgaans 3 hoofdzones.

Facilitaire zone
In de facilitaire zone (A)
bevinden zich onder andere koelkasten, kasten voor noodvoorzieningen en
voor opslag van chemicaliën, kasten voor labjassen en spoelunits. Deze
zone ligt in de meeste gevallen bij de ingang aan de gangzijde.
Onderzoekzone
De onderzoekzone (B) wordt met een
gangpad gescheiden van de facilitaire zone. Hier staan onder andere de
labtafels, zuurkasten, gloveboxen en microbiologische veiligheidskasten
voor het primaire onderzoek. Door het creëren van gangpaden tussen de
verschillende zones, parallel aan de gevel, krijgt het lab meer
“doorbloeding” en worden de werkplekken in de onderzoekzones minder
belast met “traffic”.
Schrijfzone
De schrijfzone (C) wordt doorgaans
door een glaswand gescheiden van de andere zones om een rustige
schrijfwerkplek in de nabijheid van het lab te creëren. Een plek waar
geluids- en warmte-invloeden uit het lab de schrijfwerkzaamheden niet
negatief beïnvloeden. Door deze opzet behouden we een directe
zichtrelatie met de laboranten in de onderzoekzone waardoor de
veiligheid wordt gewaarborgd. In de schrijfruimtes is genoeg daglicht en
is er, net als in het lab, 100% verse lucht.
Van schetsontwerp tot aanbestedingsfase is een proces van maanden. Het laboratoriumontwerp groeit in fases en iedere fase heeft zijn eigen input- en outputeisen. Bij L3Q hebben we een ontwerpproces ontwikkeld waarmee we systematisch detailleren én valideren. Het is onze taak om input ten behoeve van lab-gebruikers en output van bijvoorbeeld de architect, installatie-adviseur, veiligheidskundigen en de afdelingprocurement qua timing en inhoud goed op elkaar af te stemmen.

We blijven verifiëren of we voldoen aan de uitgangpunten van een eerdere ontwerpfase. Dat begint bij het Programma van Eisen en eindigt bij de oplevering. Daarnaast coachen we lab-gebruikers in het gefaseerd inhoudelijke input geven in de verschillende ontwerpstadia. Zo praten we in de schetsontwerpfase (SO) nog niet over de E&W-voorzieningen, maar in een latere stap wel. Door het proces te structuren en iedere ontwerpfase met een kick-off-sessie te starten, halen we efficiënt de gewenste input op. Lees er hier meer over in ons 3-stappenontwerp.
Stapsgewijs nemen we de lab-gebruikers mee in hun eigen ontwerp. De output van de kick-offsessies wordt systematisch gebruikt als input voor de andere adviseurs in het ontwerpteam.

Tijdig schakelen met de juiste partijen
Het ontwerp heeft consequenties op de architectuur en de gebouwinstallaties. Vooral keuzes van het laboratorium-inrichtingssysteem kunnen grote invloed hebben op vloerconstructies, demarcaties en aanbestedingsvormen. Zo zijn het gebouwraster en de ontvluchtingswegen het liefst in een vroeg stadium bekend bij de architect. De gebouwinstallatie-adviseur heeft op tijd informatie nodig over het aantal zuurkasten, puntafzuigingen, biologische veiligheidskasten en andere luchtgebruikers. Zo kan hij de luchtcapaciteit en eventueel de gelijktijdigheidsfactoren bepalen. CAPEX- en OPEX-consequenties moeten gefaseerd geïnformeerd worden aan de projectleiding.
Op de juiste momenten input leveren en output ontvangen is dan ook van het grootste belang. Dat projectmanagement verzorgen we bij L3Q graag. We doen dat op ontspannen, informele manier. U kunt ervan uitgaan dat:
- We veel op locatie zijn
- Projectleiders ontzorgen
- Lab-gebruikers coachen
- Alle stakeholders, adviseurs samenbrengen in een multidisciplinair ontwerpteam
Nieuwbouw en vernieuwbouw van laboratoria moeten transparant, neutraal en competitief worden aanbesteed. Onze tenderteksten, tekeningen en ruimteboeken sluiten daar volledig op aan.
Nieuwbouw en vernieuwbouw van laboratoria moeten transparant, neutraal en competitief worden aanbesteed. Onze tenderteksten, tekeningen en ruimteboeken sluiten daar volledig op aan. Onze uitvraagdocumenten zijn met name gebaseerd op praktische kwaliteits- en functionaliteitseisen. ‘Proven technology’ en toepassing van de EMVI-criteria zijn vereisten in al onze tenderstukken. De waardering voor een goed projectmanagement van de inschrijver is daarbij cruciaal. Dat begint al met heldere vrijgaveprocedures van productietekeningen. Dat is de eerste garantie voor een juiste interpretatie van het ontwerp.


De aanbestedingen zijn competitief
Zo kunnen
meerdere systeemleveranciers met behoud van hun eigen systeem aanbieden.
Dat leidt tot inschrijvingsbereidwilligheid en risicovermindering voor
de aanbieder. Uiteindelijk leidt dat tot een betere prijs en snellere
doorlooptijd. We zijn altijd op de hoogte van
laboratorium-inrichtingssystemen, -apparatuur en productontwikkelingen.
Duurzaamheid en reinigbaarheid
Materiaalgebruik
is essentieel voor de duurzaamheid en reinigbaarheid van een
laboratorium. In het uitvraagdocument doen we daar geen concessies in.
Efficiënt, ook tijdens de aanbesteding
We werken
met praktische uitvraagdocumenten waarin functionaliteiten en prestaties
centraal staan. Heldere afsprakentekeningen op DO-niveau en een
ruimteboek, waarin de inschrijfprijs op eenvoudige manier gespecifieerd
wordt, vullen de aanbestedingsdocumenten aan.
Vroege betrokkenheid
Potentiële marktpartijen
worden vroeg in het tenderproces betrokken. Dat doen we bijvoorbeeld
door vooraankondigingen van de publicaties en door referentiebezoeken te
organiseren.

Bouwbegeleiding van de lab-meubel-installatie door L3Q begint bij het goedkeuren van de belangrijke productietekeningen en de montageplanning van de aannemer van de vaste lab-inrichting. Een belangrijke fase om de VLI-bestekeisen en doorlooptijden van de masterplanning te waarborgen.
Niemand weet beter wat er in de tender staat dan de lab-adviseur zelf. Om te garanderen dat wat we bij L3Q beloven ook waarmaken, verifiëren we de uitvoeringsfase graag zelf. Daarom zijn we bij de inrichtingsmijlpalen zoals vooroplevering, commisioning en definitieve oplevering aanwezig. Natuurlijk zijn we ook graag betrokken bij de verrekening van meer- en minderwerk, de ingebruikname van de zuurkasten en apparatuur en de controle van het as-built dossier.
Het L3Q-inrichtingsproces bevat een 3-tal ontwerpfases waarin we de input van de lab-gebruikers op een efficiënte en gestructureerde wijze gebruiken om steeds meer in te kunnen zoomen op de detaillering van het ontwerp. Andere stakeholders, zoals de gebouwinstallatie-adviseur en architect, worden analoog aan deze fasering door ons met deze output voorzien van ontwerponderleggers.
Het L3Q-ontwerpproces is een bekend proces met logische stappen dat op een unieke manier wordt begeleid. Door lab-gebruikers te betrekken bij de totstandkoming van de lab-inrichting heerst er een hoge mate van betrokkenheid. Dat zorgt voor een maximaal presterend lab. De 3 ontwerpstappen zijn:
- Schetsontwerp (SO)
- Voorlopig ontwerp (VO)
- Definitief ontwerp (DO)
Het gefaseerde proces van kick-off en ontwerp leidt tot enorme betrokkenheid van de lab-gebruikers. Er heerst dan een gevoel van medeverantwoordelijkheid voor het ontwerp en draagvlak voor het uiteindelijke resultaat. Dit proces kost weliswaar tijd aan de voorkant, maar die tijd wordt aan de achterkant van het project meer dan terugverdiend. Door de gestructureerde en gefaseerde aanpak komt de hele ontwerpscope bovendien in gedoseerde hoeveelheid voor de lab-gebruikers op de agenda.
1. Schetsontwerp (SO)
In de schetsontwerpfase creëren we een “praatplaat” met modulaire lab-stempels op ruimteniveau. We maken een modulair vlekkenplan op afdelingsniveau. In de stempels staan verschillende configuraties van zogenaamde “functiestroken” in de lab-zones. Hier komen later de lab-meubels en floorstandingapparaten.

Het voorstel wordt in een SO Kick-off sessie verwerkt. Daarin gaat het vooral over hoe de FTE’s en gewenste meters uit het Programma van Eisen (PVE) kunnen inpassen in de footprints van de lab-afdelingen van het gebouw. Daarnaast wordt de keuze gemaakt over hoe de functiestroken configureren en hoe de ruimtes gecompartimenteerd worden. Belangrijk is daarbij om de facilitaire ruimtes zoals spoelkeukens, koelcellen en koude-kamers centraal te positioneren. L3Q beschikt over een uitvoerige bibliotheek met referentievoorbeelden zodat deze keuzes gefundeerd genomen kunnen worden.

Daarnaast wordt in deze fase een keuze gemaakt over het lab-inrichtingssysteem en de manier waarop de E&W-voorzieningen
worden aangebracht. Deze keuzes zijn niet alleen bepalend voor het budget en de flexibiliteit van het laboratorium maar ook voor de gebouwinstallaties en bouwkundige aspecten zoals vloeren, wanden en plafonds.

2. Voorlopig ontwerp (VO)
In het Voorlopig Ontwerp (VO) gaan we kijken naar de lab-voorzieningen. Bij L3Q geloven we er sterk in dat lab-voorzieningen ontkoppeld moeten zijn van lab-tafels. Dat betekent onder andere geen wandcontactdozen (wcd’s), appendages op tafelbladen, brugopstanden op tafels en zo weinig mogelijk plintmeubels. Als een table-top-centrifuge plaats moet maken voor een floor-standing-centrifuge, moet de tafel (met H- of C-frame) van de voorzieningencel verwijderd kunnen worden zonder dat er aan het leidingwerk of appendages gesleuteld hoeft te worden. Dat is het begin van een flexibel en toekomstbestendig lab.
Na het maken van deze keuzen, maken we een kostenschatting op basis van m²-kengetallen. Samen met gebruikers start L3Q met de indeling van de meubels en apparaten in de functiestroken die in het SO zijn vastgelegd. Daarvoor krijgen de gebruikers een lab-boek.

Dat labboek bestaat uit 1:50 tekeningen van de betreffende lab-ruimtes. De meubelstroken zijn 90 cm diep en de lengte van de stroken is in 30cm gerasterd. L3Q neemt de input van de gebruikers middels een eigen 2D-bibliotheek in de VLI-tekeningen over.
In deze fase gaat het er vooral over of alle benodigde meubels en floorstanding apparaten uit het PvE in de meubelstroken geplaatst kunnen worden. Na de VO-fase zijn alle luchtgebruikers in kaart gebracht, zijn de demarcaties met de gebouwinstallaties helder en kunnen de “VLI-VO” tekeningen (VO- Vaste Lab Inrichting) aan de gebouw-installatie-adviseur gegeven worden. In samenwerking met hen maakt L3Q een luchtconcept. Gebouwinstallaties en bouwkundige dimensionering dienen in hun modulariteit compatibel te zijn met de inrichtingselementen eronder. Pas dan is het lab echt flexibel.

Ook wordt in deze fase het concept voor decentrale- en centrale-voorzieningen gedefinieerd. Ultra puur water en vacuüm zijn typische decentrale media. Bijzondere gassen komen veelal uit lokale gasflessenkasten en zijn daarmede ook “decentraal”. Voorzieningen als demi-water, koelwater, perslucht en de gassen uit het centrale gasflessendepot noemen we “centraal”. Die lopen doorgaans via de schachten in een ringleiding boven de labs.


3. Definitief ontwerp (DO)
Het DO-proces wordt zoals iedere fase gestart met een kick-off-sessie. In deze sessie wordt met name gekeken naar de E&W-voorzieningen en de materialisatie en detaillering van tafels en kasten. De decentrale en centrale voorzieningen zijn al eerder conceptmatig bepaald. In de DO-fase is het van belang met een soort “standard package” aan voorzieningen aan de slag te gaan. Er wordt afgesproken wat er aan voorzieningen per strekkende meter “standaard” wordt opgenomen. Aanvullende benodigdheden worden na de kick-off in de DO-tekeningen door de gebruikers als extra aangegeven. Dit zorgt voor een modulair en tijdbestendig voorzieningenniveau.
Zo krijgen spoelunits in het “standard package” ook een demi-kraan en
een oogdouche. Zuurkasten krijgen vaak standaard 8 wcd’s, een
afvoerputje met proceswater en soms een of twee gas-appendages. Voor
lab-tafels is doorgaans het uitgangspunt om 6 wcd’s per 120 cm
strekkende meter tafel op te nemen. Daarbij komt ook 1 datadoos en 1
noodstroom wcd.

Ook de demarcaties met de gebouwinstallaties worden in de DO-fase bepaald. Er is veel aandacht voor de hoeveelheid, locatie en luchttechnische gevolgen van opslagkasten voor chemicaliën en gasflessen in de DO-fase. De PGS-15 en Al18 vormen daar een goede leidraad voor. Daarnaast worden ook de werkbladen en de onderbouw- en hangkasten gedetailleerd.

De invulling van de gebruikers wordt door L3Q in de DWG’s overgenomen. De input is voor L3Q de bron om nauwkeurige inschattingen te maken van de investeringskosten en montagetijden. Ze vormen bovendien de basis van de DO-tekeningen die later, samen met het ruimteboek en het uitvraagdocument, leidend zijn voor de tender.
